Beste lezer,
Het gesproken woord kan opzwepen, maar het kan ook een geweldig slaapmutsje zijn. Collega An Olaerts weet er alles van. Ze luistert vaak naar de woorden die Rainer Maria Rilke richtte aan een jonge dichter. De brief staat op Spotify. “Het einde haal ik bijna nooit”, schrijft An. “Nog voor Rilke de bestemmeling succes wenst, slaap ik al, kinderlijk en vol vertrouwen.”
Het moet niet eens zo hoogstaand zijn als de Duitse lyriek van Rilke. Een andere collega rust pas als ze de acteurs van Flikken Maastricht heeft horen praten. En als ik de slaap niet kan vatten, luister ik naar een vriendelijke Brit die Reddit-berichten voorleest. Inmiddels ben ik als een hond van Pavlov, al bij de intro dommel ik in.
Natuurlijk valt al dat synthetische gedoe in het niet bij in het echt voorgelezen worden. In de juiste armen klinkt alles mooi. Hoe komt het, dat een vertrouwde stem je zo tot bedaren kan brengen? Volgens neurowetenschapper Maaike Vandermosten is dat het resultaat van een evolutionair proces van 150.000 jaar oud. “Inmiddels hebben we een aangeboren gevoeligheid voor gesproken taal. Als baby’s woorden horen, licht in hun brein een netwerk op, net als bij volwassenen, los van de taal, los van het begrip, los van de plaats op aarde.” Het gesproken woord dringt door.
An werpt nog iets anders op: de oefening in overgave die voorlezen is. Probeer het eens, misschien zelfs met haar – zalige – tekst. Voor wie de juiste stem niet vindt: u kunt het stuk ook bij ons beluisteren, hieronder.
Fijn weekend! |