Beste lezer, Meestal vinden ze ongeveer gelijktijdig plaats: de eerste keer in het jaar dat je de hele dag op teenslippers of blootsvoets in huis rondloopt en het eerste moment dat je bijna achteloos een stuk fruit uit de mand plukt om er een slaatje mee te verkwikken. Alsof de ene actie de andere uitlokt. Maar niet elke soort komt in aanmerking, daar hadden we het deze week over op de redactie. Zoet-zoutcombinaties met fruit verdelen de massa. Over de klassieke steenvruchten doen we meestal niet moeilijk: appel, peer en perzik, daar maak je zo ongeveer iedereen blij mee. Druiven en andere besachtigen zijn we intussen ook gewend. Maar wat te denken van kiwi, ananas of meloen? Wat hebben zij verkeerd gedaan? En dan is er nog die categorie van vruchten die twintig jaar geleden een beetje onorthodox waren, maar waarmee de hobbykok zich wel trachtte te onderscheiden (en die sindsdien haast gevangen zitten in het hartige register): de dadel, de mango en - onvermijdelijk - de granaatappelpitjes. Waarom wil de ene combinatie maar niet werken en gaat de andere vanzelf? Je zou er bijna een relatietherapeut op loslaten. |